Wanneer ik in mijn herinneringen graaf dan komt steevast het beeld van een oude man naar voor die een korte tijd bij ons heeft ingewoond alvorens zijn intrek te nemen in het rusthuis te Beernem.

Hij was peter, oom en naamgenoot van mijn vader, 'François Ceulenaere'. 

François werd geboren te Brugge op 16 juni 1895 als tweede kind van Isidore Ceulenaere en Elise Vanden Berghe. Hij groeide op in een arbeiderswoning in de Ravenstraat, thans gekend als de Boudewijn Ravestraat te Brugge.

Het gezin waarin hij opgroeide was niet bemiddeld. Vader was werkman, moeder huishoudster en kantwerkster. Zo doet een verhaal de ronde dat moeder Elise geen eten voor haarzelf kon veroorloven wanneer zij een slabbetje voor haar kinderen had gekocht.

Ondanks die beperkte middelen, kon François toch naar de middelbare school gaan. De echtgenote van Fréderique François Vandergote, mevrouw F. Vandergote-Thiévelin, wonende in de Zwarte Leertouwersstraat te Brugge en samen met haar man eigenaars van de brouwerij 't Zweerd was bereid om zijn studies te betalen. Zo kwam het dat François zijn volledige middelbare school in het Sint-Leocollege te Brugge kon doorlopen.

Na zijn studies werd hij op 17-jarige leeftijd aangeworven als kassier bij de NV H. Desclee & Cie, een gasbedrijf dat later overging in het grote Electrabel.

Tijdens het jaar 1914 werd België gemobiliseerd en dra vielen de Duitse troepen ons land binnen. Alle strijdbare mannen werden onder de wapens geroepen. Ook François ontliep deze verplichte legerdienst niet. Hij werd op 12 september 1915 op twintigjarige leeftijd ingelijfd in het Belgisch leger. Als soldaat tweede klasse werd hij prompt naar het 8ste opleidingscentrum te Carentan gestuurd. Zijn opleiding duurde vijf volle maanden. Op 11 februari 1916 vervoegde hij zijn eenheid in het kamp van Coutances.

Lang zou hij er echter niet verblijven want nauwelijks twee maand later, op 16 april 1916, werd hij overgebracht naar het krijgshospitaal Juay-Monday. Uit zijn militair dossier blijkt dat hij leede aan longtuberculose. Dit was meteen ook de reden waarom hij op 18 september 1916 overgeplaatst werd naar een hospitaal, gelegen aan de Côte d'Azur in het zuiden van Frankrijk. Koning Albert I had er zijn villa op de Cap-Ferrat ter beschikking gesteld om militairen met een longaandoening een aangepaste verzorging te bieden. De meesten waren ziek geworden in de loopgraven 'gepakt door het gas' en stierven er na een kort verblijf. Getuige hiervan is het Belgisch militair kerkhof dat gelegen is vlak naast de kerk Saint-Hospice.

Nadat hij er voldoende hersteld was werd hij er ingezet als personeelslid en verbleef er nog tot 9 maart 1919.

Alvorens definitief naar Brugge terug te keren, verbleef François nog een tijdlang te Bannalec, een plattelandsdorp in Bretagne. Het plotse klimaatverschil tussen het zuiden van Frankrijk en het Belgische Brugge zou de longen van François absoluut geen goed doen, vandaar deze tussenstop. Hij werd er ondergebracht bij het gezin Toupin, boeren en/of boterhandelaars.

Zijn verblijf te Bannalec, was voor François een goede tijd. Hij hielp er mee op de boerderij en nam er deel aan het gezinsleven. Het gezin Toupin had twee dochters, nl Françoise en Marie. En wat moet gebeuren zou gebeuren. François had een oogje op Marie en het gevoel bleek wederzijds te zijn. Maar de gezondheid van François gooide roet in het eten. Huwen met iemand wiens gezondheidstoestand niet al te best was mocht absoluut niet. Bovendien had de dokter hem medegedeeld dat hij lang kon leven op voorwaarde dat hij een goed en rustig leven zou leiden. Hij huwde dus best niet!

Zo kwam het dat François terugkeerde naar zijn geboortestad, Brugge.

De oorlog was voorbij en het gezin verhuisde naar de randgemeente Assebroek, eerst naar de Wantestraat 143, daarna naar een nieuwe arbeiderswoning in een pas ontworpen straat, de Vrijheidsstraat. Later, op 24 december 1925 zou dit huis door vader Ceulenaere aangekocht worden. De aankoopakte vermeldt een prijs van 24.000 frank.

François was oorlogsinvalide en kreeg hiervoor een uitkering van de Belgische staat. Toch nam hij zijn vroegere job terug op bij de NV. H. Desclee & Cie;

Later, begin de jaren 1970 bracht Marie Toupin samen met haar zoon en zuster een onverwachts bezoek aan François te Assebroek. De zoektocht naar zijn huis verliep voorspoedig. Met de kennis dat François in de Wantestraat woonde belandden ze in de winkel 'Mergaert' alwaar geïnformeerd werd naar het juiste adres van François. Zij hadden meteen geluk want hij bleek net aan de overkant van de straat te wonen.

Marie was weduwe en had minstens één zoon. Na haar huwelijk woonden ze te Quimper en hadden er een parapluwinkel. Françoise woonde na haar huwelijk in de omgeving van Rijsel.

François vertelde over het bezoek van Marie met tranen in de ogen...

De grote oorlog, zijn verblijf in de Cap-Ferrat en later te Bannalec zouden een zeer grote indruk nalaten op François. Bijna elk later gesprek leidde steevast naar deze bewogen periode in zijn leven.

François stierf op 6 oktober 1976 in het ziekenhuis Sint-Lucas te Brugge. Hij werd 81 jaar oud.

Artikel geschreven door Hervé Ceulenaere

een verhalen ...

Cuelenaere Marcel, oorlogsheld

Marcel Cuelenaere was a hero. This is a story of how a hero lives, and how he dies. Marcel Redmond...

een oproep ...

Cuelenaere Charles Napoleon's leger

Charles Cuelenaere werd geboren op 3 september 1794 te Oedelem, een dorp dat zich situeert op een...

Sorry, this website uses features that your browser doesn’t support. Upgrade to a newer version of Firefox, Chrome, Safari, or Edge and you’ll be all set.