Wat was de motivering bij de eerste toekenning van de naam, met andere woorden wat is de etymologische betekenis van de naam?

Volgens dit criterium kunnen we de familienamen in vier groepen indelen:

  1. Afstammingsnamen
  2. Geografische namen
  3. Beroepsnamen
  4. Eigenschapsnamen

Afstammingsnamen

Afstammingsnamen duiden een genealogische relatie aan: afstamming van de vader (patroniem), van de moeder (metroniem), of van een persoon uit de ruimere familie (overige verwantschapsnamen). Patroniemen zijn gevormd met de voornaam van de vader zoals:

Peeters, Janssens, Hendriksen, Davidse, Gijsbrecht, Adams, Florizoone.

Metroniemen zijn gevormd met de voornaam van de moeder, zoals:

Mariën, Beliën, Luyts, Verleyen.

Overige verwantschapsnamen:

Ooms, De Neve.

Geografische namen

Geografische namen geven de geografische herkomst van de naamdrager aan, hetzij van grotere, hetzij van kleinere entiteiten. Herkomstnamen bevatten stads-, dorps- of streeknamen: aardrijkskundige benamingen die al tot vaste plaatsnamen of toponiemen waren versteend op het moment dat er bijnamen mee werden gevormd.

Van Mechelen, Van Leiden, Brusselmans, De Waal, Hollanders

Woonplaatsnamen bevatten de naam van een ruimtelijke entiteit waarbij men woonde, zoals

Van Acker, Verhoeven, Vandermeulen, Vandenheuvel, Put, Broeckmans, Vandeweghe, Uyttendaele

Ze gaan veelal terug op microtoponiemen: namen van kleine geografische eenheden zoals huizen, boerderijen, velden, waterlopen, straten. Net als herkomstnamen bevatten woonplaatsnamen dus een aardrijkskundige benaming, maar herkomstnamen verwijzen in principe naar de voormalige woonplaats van de eerste naamdrager, woonplaatsnamen naar de woonplaats op het moment dat de naam werd gevormd. Zo kan de stamvader van een familie Van de Velde aan of op een veld hebben gewoond.

Beroepsnamen

Beroepsnamen duiden het beroep, het ambt of de activiteit van de eerste naamdrager aan. Beroepsnamen weerspiegelen de maatschappij: ze geven een idee van wat mensen vroeger deden

Brouwers, De Decker, Visser, De Clerck, Smit

of welk ambt ze bekleedden.

Scholten, De Meier, Droste.

De meeste beroepsnamen komen uit het stedelijke milieu, zoals

Cuypers, De Wever, Olieslager, Barbiers, De Baerdemaeker, De Keersmaecker

Op het platteland hield men zich hoofdzakelijk bezig met landbouw, met uitzondering van de bakker, de molenaar, de smid, de wagenmaker

Bakker, Mulder, Smets, Ramakers.

Eigenschapsnamen

Eigenschapsnamen verwijzen naar opvallende opvallende fysieke of psychische eigenschappen van de eerste naamdrager.

Fysieke eigenschappen

De Groot, De Langhe, De Wit, Holvoet.

Psychische eigenschappen

De Wilde, Strijders, Goeman.

Ook diernamen, waarbij mensen met dieren worden vergeleken, worden tot de groep van de eigenschapsnamen gerekend

Devos, De Pauw, De Leeuw.

geschiedenis

Onze voorouders, de Germaanse volksstam van de Franken, hadden een...

betekenis

Maar op het ogenblik dat een soortnaam eigennaam wordt, gaat de lexicale...

variatie

Familienamen zijn historische taalvormen. Ze zijn ontstaan uit...

groepen

Wat was de motivering bij de eerste toekenning van de naam, met andere...

verspreiding

Op 1 januari 1998 waren er in de bevolkingsregisters van de Belgische...

onze familienaam

Tot zover de theorie! Hierna heb ik geprobeerd om alle theorie toe te...

Sorry, this website uses features that your browser doesn’t support. Upgrade to a newer version of Firefox, Chrome, Safari, or Edge and you’ll be all set.