Wanneer men in Vlaanderen een kerk bezoekt zal men ten allertijde achteraan in het kerkgebouw een herinneringspaneel voor de gesneuvelden uit de Grote Oorlog (1914-1918) kunnen aanschouwen.
Vlaanderen eert zijn gesneuvelden uit de wereldbrand doch daarnaast zijn er nog vlaamse gesneuvelden welke daarentegen in de vergeethoek zijn geraakt.
Laten we even teruggaan in de geschiedenis:
We zijn in 1792; de Oostenrijkers zwaaien de plak over onze Vlaamse gebieden met aan het hoofd keizer Frans II maar kort daarop verklaart Frankrijk hem de oorlog. De Franse generaal Dumouriez overwint te Jemappes en trekt met zijn troepen Vlaanderen binnen. Overal worden 'vrijheidsbomen' geplant terwijl de Fransen onze kunstschatten opaden en Volkscommissarissen worden aangesteld doch lang blijven de Fransen echter niet want de Oostenrijkers komen terug en verslaan de Fransen te Neerwinden op18 maart 1793. Het volk juicht, herademt en de klokken luiden weer! De vrijheidsbomen worden omgehakt en op de markt zingt men spotliederen op de Fransen zonder broek (Sansculotten).
Helaas... lang duurt de vreugde niet, slechts 15 maanden. De Oostenrijkers worden op 25 juni 1794 te Fleurus weer verslagen. Zo zijn de Fransen hier weer heer en meester en het zal ditmaal voor lang zijn. Maldegem moest een zware oorlogsbelasting betalen.
De veranderingen beginnen: het aloude Ambacht van Maldegem in het Brugse Vrije wordt afgeschaft. Maldegem wordt nu kantonhoofdplaats met de gemeenten Adegem, Sint-Laureins, Ronsele, Ursel, Oostwinkel en Middelburg. Er komt hier een Gendarmeriebrigade, een registratiebureel, een Bureel der Verenigde Rechten en we krijgen daarbij een 'Commissaire Directoire'. Daarna krijgt Maldegem op 8 juli 1795 voor het eerst 'Garde Champetres' of veldwachters. Pastoor de Fonteyne... tot hiertoe met rust gelaten moet het -nu ontgelden. De Franse Gendarmen eisen de doop-, trouw- en overlijdensregisters op en nemen ze mee naar de 'Mairie' of het gemeentehuis. Voortaan zal alles burgerlijk geschieden en zo wordt de 'Etat Civile' geboren.
Uiteindelijk door het Verdrag van Campo-Formio in 1797 worden de Nederlanden officieel bij Frankrijk ingeschakeld. Maldegem wordt bij het Département der Schelde ingedeeld.
Maar nu komt voor Pastoor de Fonteyne een gelijkaardig geval opdagen. En nu is het zijn beurt om te tonen dat hij 'kristen en oprecht' is. We zijn in 1798 en de Fransen bevelen alle priesters de volgende eed af te leggen: 'Ik sweere haet aan het Coningdom en aan de regeringsloosheyt, aengeclevenheyt aan de Republique en aen de constitutie van het Jaer III'. De priesters welke deze eed niet willen afleggen, zijn voortaan 'onbeëdigden' en zullen worden aangehouden. De kerk wordt op 13 juni 1798 gesloten omdat pastoor de Fonteyne en onderpastoor Petrus Lemaitre weigerden deze eed af te leggen. Na de gevangenname en wegvoering op 8 september 1798 van Deken de Fonteyne en onderpastoor Lemaitre door de Fransen bleef er te Maldegem nog een 'onbeëdigd' priester achter. Dit was een te Maldegem geboren geestelijke en deze noemde E.H. Ferdinand Laros. Hij woonde aan de Ede in het huis thans bewoond door de familie Bollé. Zijn vader was in de jaren 1761 tot 1772 burgemeester geweest van het Ambacht Maldegem. Zijn moeder heette Isabella Ceulenaere en zijn vader was het laatste mannelijke lid der familie.
Op de dag der aanhouding van Deken de Fonteyne hadden de Franse gendarmen ook naar hem gezocht doch hem niet gevonden. E.H. Laros zat in de schouw verscholen alwaar een geheime bergplaats was aangebracht die hij langs binnen kon sluiten. E.H. Laros was te Maldegem tijden de Beloken Tijd de enige priester. Soms liep hij gekleed als werkman, dan weer als burger of als boer om toch maar de Fransen te verschalken.
Ook op burgerlijk gebied kwam vreselijke tijden over Maldegem. Door de wet op de Militaire Conscriptie van 1798 hing aan de Mairie een plakbrief uit waarop te lezen stond dat het Directoire een lichting van 200.000 lotelingen onder de wapens zou roepen. Een eerste lichting voor wie geboren was in 1778 diende zich aan te melden. Nadat generaal Bonaparte het bewind te Frankrijk in handen heeft genomen en Eerste Consul is geworden, komt er een Concordaat tussen Frankrijk en de Kerk. De Beloken Tijd loopt dan op zijn laatste benen doch de Maldegemse jongelingen moeten naar het Franse leger blijven gaan.
Niet minder dan 46 Maldegemse jongens sneuvelden bij het Franse leger. Hier volgen hun namen:
- Goossens Ferdinand, Mannheim/Duitsland 22 Prairial Jaar VII
- Vlaeminck Charles, Rijsel/Frankrijk 5e Brumaire Jaar XI
- De Coster Bernard, Méziéres/Frankrijk 4e Dec. Complém. Jaar XIII
- Bourgonjon Jan, Valenciennes/Frankrijk 20e Brumaire Jaar XIV
- Goethals Cosmus-Damanius, Grenoble/Frankrijk 11 oktober 1806
- Matthijs Jan, Toulon/Frankrijk 13 november 1806
- Van Hecke Jacob-Franciscus, palma Nova/Italië 12 februari 1807
- De Backere Jan-Robertus, Luxemburg 18 maart 1807
- Grijspeert Pieter, Parijs/ Frankrijk 23 augustus 1807
- De Prez Jan, Mézéres/ Frankrijk 26 februari 1808
- Van den Abeel Jozef, Kyritz/Duitsland 15 mei 1808
- Francoo Pieter, Sao Paul èn Catalogne/Spanje 5 juli 1808
- De Lille Bernard, Pampeleune/Spanje 27 november 1808
- Minne Francies, Toulouse/Frankrijk 23 december 1808
- Verreman Bernard, Alagon/Spanje 22 januari 1809
- Cauwels Bernard, Metz/Frankrijk 8 mei 1809
- Pynaert Bernard, Vittoria/Italië 10 juni 1809
- Flamant Phillipus, Nancy/Frankrijk 30 juli 1809
- Mouton Pieter-Bernard Wenen/Oostenrijk 29 augustus 1809
- Bekaert Jacobus, Wenen/Oostenrijk 6 november 1809
- De Clercq Jan-Baptist, Alexandrië/Egypte 23 januari 1810
- De Croock Pieter-Ferdinand, Chambéry-Mont Blanc 5 maart 1810
- Frederick Jan-Frans, Vallandolid/Spanje 20 september 1810
- Verbeke Ambrosius, Frago/Spanje 17 oktober 1810
- Cauwels Ferdinand, Vallandolid/Spanje 12 januari 1811
- Van den Driessche Frans, Saragossa/Spanje 28 januari 1811
- Dobbelaere Ferdinand, Livourne/Italië 5 oktober 1811
- Jonckheere Francies, Placensia/Spanje 5 december 1811
- Clyncke Pieter-Jakob, Wesel/Duitsland 17 december 1811
- Cockhuyt Jan-Baptiste, Fiquières/Spanje 20 september 1812
- Loeters Pieter-J., Au Siéges de Burgos (in Engelse dienst) 5 oktober 1812
- De Meyer Jan, Florence/Italië 1 maart 1813
- De Pré Franciscus, Antwerpen 6 mei 1813
- De Candt Bernard, Au col de Maya/Spanje 25 juli 1813
- Roels Pieter, Florence/Italië 7 september 1813
- Buysse Bernard, Bordeaux/Frankrijk 14 december 1813
- Chauvin Bernard, Parijs/Frankrijk 20 maart 1814
- Snauwaert Pieter-Jan, Hamburg/Duitsland 14 april 1814
- De Bourdes Pieter, Metz/Frankrijk 17 augustus 1814
Zij rusten in vrede...
Hier en daar in het Vlaamse land vindt men nog op zeldzame plaatsen zoals op het Campo Santo te Sint-Amandsberg een gedenksteen voor de Vlaamse jongens gesneuveld in Franse dienst. Ook onze Maldegemse jongens zouden wel eens een gedenkplaat mogen krijgen voor hun 'gedwongen' offergave des levens op één der slagvelden in Europa!!! Wie geeft de eerste aanstoot?
Geschreven door: Guido Vereman